[door Dick Broggel] Het zou onze tweede wedstrijd van het seizoen worden. De tweede uitwedstrijd, wederom in Rotterdam, Feyenoord zou nu wel kampioen worden en de eerste winst van het seizoen voor ACC 4.
We kunnen heel lang uitweiden over het kampioenschap van Feyenoord, maar persoonlijk zit ik in de groep van welgevallene Ajacieden die het niet meer kunnen aanzien mocht Feyenoord na 19 jaar opnieuw misgrijpen, dus die was reeds ingecalculeerd. De rest laat ik aan uw fantasie over en al het andere kunt u hieronder lezen.
In ruil voor het kampioenschap van Feyenoord zou de Volharding Olympia Combinatie er aan moeten geloven. Tenslotte hadden wij vorige week uit bij DVS – Schiedam, ook een soort Rotterdam - genoten van een lunch waarin Excelsior drie keer scoorde tegen Feyenoord. Genieten.
De avond ervoor had ik tijdens een openbaring het hele team een warming-up zien doen en de laatste keer dat wij gezamenlijk rondjes liepen was onder bezielende leiding van Kees, tijdens een toer in Engeland en Kees won. Dus was Kees vandaag voor de gelegenheid captain.
De preludia waren goed, Kees won de toss en besloot te gaan batten. Na kort overleg en omdat Richard zo lekker bezig was de laatste tijd mocht die samen met Haney openen - een andere verloren ACC’er, die weer te zien is binnen onze gelederen - komt dat zien! Enfin, Richard wilde helemaal niet openen, want een lange nacht en meer van dat gezever. Voor de keus gesteld twee of elf, Richard toch openen. De order was gemaakt en wat heeft het vierde van ACC toch een hoop batsmen. Van tevoren werd ons nog door VOC gewaarschuwd voor de pitch, er zaten aan beide kanten een plek waar de bal nog weleens raar wilde doen. Het bleek minder dan de halve waarheid.
“Daarom kan ik dus niet openen. Ik kan geen bal laten gaan. Ik had deze niet moet spelen, etc”. Richard mocht zitten en de beurt viel aan Teun om als nummer drie het batten van hem over te nemen. Teun maakte een goede indruk, maar V.O.C. een betere. Na een matige opening van ons aller ACC 4 viel de beurt aan mijzelf en wat had ik een zin om te batten. De eerste bal kwam redelijk van het bat, een run werd gelopen en de over was gedaan. Enkele ballen later mocht ook ik naar de kant en bij aankomst werd gevraagd naar de juistheid van de LBW die mij zojuist was toebedeeld. Nou ja, als je er zo naar vraagt, voorste been en een beetje aan de buitenkant. Tegelijkertijd wil je onder geen beding de beslissing in twijfel trekken, dus werd besloten met de conclusie: “You didn’t offer him (umpire red.) a shot”. Weer iets geleerd, blijkbaar moet je naast het slaan van runs de umpire zo nu en dan een shot geven, dan laat hij je tenminste staan.
Haney stond nog in en de lange rij batsmen was lang. James Potter was de volgende en zoals de naam doet vermoeden hield hij meer rekening met de umpire en ‘offerde’ hem het een na het andere shot. Het resulteerde in een zestigtal runs, not out. Tussen de bedrijven door verdienen Robert Wolfe en Joost Bakker nog een melding in dit verslag. Joost speelt al twee weken een verdienstelijke hoofdrol in de avonturen van ACC 4 en deze week voorkwam hij een collapse. Fijn voor degene die aan het begin van het ineenstorten van onze batting order stond, want daar moet tegenwoordig binnen ACC 4 voor betaald worden. Fine nummer 6. ‘Triggering a collapse’, één euro! Robert maakte zijn statuur als allrounder waar en tikte samen met James de nodige runs op het bord. Andere grootheden, zoals Le Guy, Schweeb en Jaffa zouden door de grilligheden van de mat nog volgen en uiteindelijke tekenden wij een 172 runs op het bord. Streep er onder. Lunch!
Over de lunch kunnen we kort zijn. Kroketten, witte broodjes en koude melk. Niets meer aan doen!
In voorbereiding van onze innings was het natuurlijk de beurt aan onze dagcaptain en de glorieuze rol die voor hem was weggelegd tijdens de warming-up. Laten we het er op houden dat het niet de dag van de dagcaptain was en de jonge honden van ACC teveel kroketten naar binnen hadden geschoven. Na de innings van V.O.C. wisten wij natuurlijk precies waar deze mat zoal toe in staat was. Wij hoefden simpelweg op de mat te bowlen en deze zou op zijn beurt de slagmannen van V.O.C. voor zijn rekening nemen. Iedereen had al een paar keer getraind, dus bowlen op de mat ging ons goed af. Het een na het andere wicket volgde en we lagen op het juiste schema.
Inmiddels was Feyenoord kampioen, was de zon doorgebroken en hoefden we simpelweg slechts de weg naar de overwinning uit te lopen. Maar niets is simpel in de competitie van het Zondag-middag cricket. Het schema dat ons de eerste overwinning zou brengen werd vervangen door een van VOC, dat met een paar goede meppen het totaal dichterbij bracht. Meer wickets vielen en weer een ander schema diende zich aan en daarmee de keuze voor meer wickets of een lage runrate. V.O.C. had mimimaal vier runs per over nodig om het totaal te maken. Met nog zeven overs voor de boeg gloorde er nog immer hoop voor het vierde uit Amsterdam. Temidden van dit aantrekkelijke schouwspel waren twee man van VOC aan bat. Een wat oudere en een wat jongere. De eerste maakte er geen geheim van in zijn vorige cricketcarriere, weliswaar in dezelfde klasse als nu, een openingsbatsman te zijn geweest. Hij prikte de een na de andere dot ball en de tijd begon voor V.O.C. te dringen. Na een ietswat geforceerde poging tot scoren stuiterde de bal het veld in. Met angst in de ogen vertrok de VOC’er met alles wat nog in hem zat naar de andere kant van de mat. Een ware slowmotion voltrok zich voor alle aanwezigen en in luttele seconden bereikte de bal de handen van een fielder. De beurt viel aan hem en hij rolde de bal richting het wicket. Ja, rollen, niet gooien. Het zou moeten lukken om met meer preciesie, maar minder snelheid de batsman op deze manier te snel af te zijn. In een tijd die een eeuwigheid leek te duren streden de bal en de batsman om wie het snelst bij het wicket was, alle ogen op hen gericht. De bal stuiterde. Verloor vaart en richting, stuiterde nog een keer en kegelde zich in het wicket. Waar was de batman hoor ik u denken. Nou die was er nog niet. Uit! Nog twee wickets te gaan met minder runs en nog minder ballen te spelen. Wat een spanning!
Het volgende koppel van de Volharding Olympia Combinatie nam plaats en was niet van plan de wedstrijd uit handen te geven. Zo stond het er toch een beetje voor. Om met de woorden van onze dagcaptain te spreken: “iedereen heeft zijn best gedaan en er werden weinig fouten gemaakt”. Soms kan je niet meer doen en soms is dat ook niet genoeg. Dit was zo een dag. V.O.C. maakte het totaal binnen de limiet van 35 overs en ACC 4 was wederom een illusie armer, maar een ervaring rijker. Wat als we niet voor wickets waren gegaan, maar de vorige combinatie van V.O.C. hadden laten doorrennen?
Kees heeft de winnende toss niet naar zijn hand weten te zetten en zijn gabber Teun geen cadeau kunnen doen. Teun liet na afloop namelijk weten dat hij nog nooit met ACC 4 een competitiewedstrijd heeft gewonnen. Dezelfde Teun die al een seizoen voor ACC 4 speelt hoor ik u denken? Ja die Teun. Maar aan wie ligt dat dan hoor ik u tevens redeneren, want het omgekeerde is natuurlijk ook waar. Controversie alom binnen het vierde. Het is uw captain er dan ook alles aan gelegen de beste man aan zijn eerste overwinning te helpen. Aanstaande zondag Kampong uit en vrijdag de nets in.