[door Rick Thorburn] Ik heb veel interviews met onze heren leden gehouden, het wordt dus hoog tijd om een vrouw aan het woord te laten. De interviewrubriek 'Langs de boundary' gaat verder met Marleen Balk, hetgeen geresulteerd heeft in een uiterst leuk gesprek.
In ‘Langs de boundary’ stel ik schriftelijk vragen aan meer of minder bekende ACC’ers. Kriskras door de vereniging heen, dus aan (nieuwe) bestuursleden, aanvoerders, spelers en 50 Not Out-leden, tot wellicht ook (ouders van) kinderen, actieve vrijwilligers en sponsors, enz.
De vragen aan Marleen:
1. Stel je eens voor? Vertel eens iets over jezelf en wat doe je zoal?
“Wie ik ben?
Dochter van Ton en Frida,
Zus van Roelof en Jan
Partner van Peter
Moeder van Wiard en Rozanne
Schoonzus van Marin en Inge
Tante van neefjes en nichtjes, waaronder cricketers Lonne en Tibo,
…zo kan ik nog wel even doorgaan!"
Heb ik ook een eigen identiteit? Geloof van wel. Marleen dus. Ik werk bij de Rechtbank Amsterdam, als stafjurist wat in concreto vooral inhoudt (concept)vonnissen schrijven en griffier zijn op de zitting bij de afdeling Kort Geding Civiel. Leuk werk!
En ik zing graag”.
2. Wat is de beste cricketwedstrijd die je ooit hebt gespeeld en gezien? “Geen idee eigenlijk, ik heb er zoveel gezien! Gespeeld wat minder. Ik herinner me wel ongelooflijk spannende wedstrijden van het Eerste, die dan weer net niet degradeerden of net wel kampioen werden, maar het precies wedstrijdverloop kan ik me meestal maar een paar dagen herinneren. (daarvoor moet je bij mijn vader zijn). Wat me nu nog te binnenschiet is die wedstijd tegen VRA toen ze dan eindelijk landskampioen konden worden. ACC vervolgens 90 all out of zo en VRA stortte zo mogelijk nog erger in en toen dacht iedereen dat we gewonnen hadden, maar bleek de catch waarmee de laatste VRA’er op 89 werd uitgevangen een no ball te zijn… nou ja ik vertel dit vast helemaal niet goed, maar zo herinner ik mij het ongeveer. Bovendien regende het de hele tijd, dus veld in, veld uit, dat was allemaal ongelooflijk spannend, maar objectief gezien niet echt een goede wedstrijd. Bloedstollend, dat wel”.
3. Je scoort nu 50 jaar, dat is historisch. Je bent dus duidelijk een liefhebber. Kan je ons uitleggen waarom scoren zo leuk is? “Ik heb het niet 50 jaar non stop gedaan hoor (hoewel ik me moeilijk een zomer kan herinneren dat ik niet tenminste één keer met het scoringsboek voor mijn neus zat) maar het is wel 50 jaar geleden dat ik ermee begon. Vooral bij het Vierde, Eerste en Tweede. Scoren is heel leuk, omdat je de hele tijd bij de wedstrijd betrokken bent. En je moet iets hebben met cijfertjes, dat heb ik dus. Net als mijn pa. We hielden vroeger ook hartstochtelijk de rondetijden bij, bij het schaatsen, dat is net zoiets. En dan niet te vergeten de entourage, vage gesprekken met onbekenden en een potje kaarten tijdens de regenbreaks. (Zoals Roelof eens schreef: Een van de meest ondergewaardeerde aspecten van het cricket).. Ik herinner me in dit verband ook nog heel goed Ralph van Hessen van HCC met onnavolgbare goocheltrucs. Zonder regenbreak zou ik die nooit hebben gezien”.
4. Van wie heb je het scoren geleerd? “Van Ena, mevrouw Lapierre, de moeder van Acco en René, de vrouw van Cler”.
5. Werd er bij jou thuis veel over cricket gesproken? “Wat denk je zelf, Rick?! Continu natuurlijk!”.
6. Je moeder kwam heel soms naar ACC, maar leek me niet echt een sportfanaat. Hoe denk je dat zij die cricketgekte van jullie heeft beleefd? “Mijn moeder was in haar jonge jaren ook best sportief: schaatsen, batmintonnen, voetballen. Zij was schaatskampioen van het Meisjeslyceum en heeft nog gevoetbald met Rinus Michels, ik geloof op de lagere school. Cricket was niet haar grootste liefde, ze vond het wel gezellig om af en toe bij heel mooi weer een glaasje wijn te drinken op het veld en met deze en gene een praatje te maken. Ik denk dat ze het wel lekker rustig vond als wij er op zondag op uit trokken, kon zij zich storten op de Taalwetenschap. Al moest het niet de spuigaten uitlopen”.
7. Het vierde van Ton Balk in de jaren 70 was beroemd, men spreekt er nog steeds over. Kun jij uitleggen wat dat team zo bijzonder maakt? Wie speelden er in mee? “Het was vooral een heel gezellige tijd, altijd napraten met een biertje (of een glaasje sherry) na de wedstrijd, maar er werd ook best serieus gecricket! Het ging toch ook wel om de winst. Ik herinner me van vroeger vooral Ton de Haan, Jan Fontijn, Arthur van Leeuwen, Jan Maarten de Baare, Honan Meijer, Jan Willem Lodder, René Lapierre, Ruud Staats, Erik Jan Hinnen.…ik kan nog uren doorgaan! Wie heeft er eigenlijk niet in Het Vierde gespeeld? Ik kan me ook nog een team herinneren dat vrijwel alleen uit Engelsen bestond, met prachtige namen als Struan Robertson, Nigel Wagstaff en Peter Kilty!”.
En nog even een fotootje van het Roemruchte Vierde (uit 1970)
Bovenste rij vlnr: Jan Fontijn, Gerrit de Boer, Jan Prent, Ernst Offerman, Eddie Vink, Johan Waaijer, Henk Slagter en Roelf Veerman.
Onderste rij vlnr: René Lapierre, Ton de Haan en Ton Balk.
8. Met welke cricketers voel jij je het meest verwant? Batsmen of bowlers en waarom? “Ik was zelf meer een bowler dan een bats(wo)man. En een fielder vooral, ik kon erg goed vangen, al zeg ik het zelf. Bowlen heeft ook als grote voordeel dat je elke bal weer een nieuwe kans hebt, terwijl batten… nou ja als je eenmaal uit bent, dan is er niet zoveel meer aan. Maar ik mag graag een staaltje goed batten zien, heerlijk om naar te kijken!”.
9. Je bent ooit naar Engeland vs India geweest, in London. Hoe was dat? “Dat was helemaal geweldig! Eindelijk op Lords! De sfeer was prima, wij zaten in het Indiase vak, iedereen was geweldig aardig (en sommigen stomdronken, maar dat mocht de pret niet drukken) Al die mensen, zo’n stadion vol en heel veel runs van o.a. de Engelse Zuid Afrikaan Kevin Pietersen! (de Indiase supporters zongen de hele tijd: They’ve got the whole world in their team) (of zoiets) Al die vieren en zessen! En tussen de innings gezellig picknicken, de Engelsen met hun sandwiches en de India’ers met heerlijks curry’s. Iedereen zat en liep gewoon door elkaar, geen vijandigheid te bespeuren. Heel andere sfeer dan hier in de Arena tijdens een voetbalwedstrijd”.
10. Je man Peter is meer een fietser, en zoon Wiard een makkelijk scorende spits. Wat vinden zij van jouw 'cricketverslaving’? “Zo, je bent goed geïnformeerd zeg! Ze kunnen het niet helemaal begrijpen, maar ze gunnen mij mijn eigenaardigheden. En zo heb ik er op mijn beurt vrede mee als Peter een dag uittrekt om naar een mooie bergetappe in de Tour de France te kijken ! (of 100 kilometer gaat fietsen voor de lol). (Wiard heeft trouwens inmiddels in navolging van Peter de Mont Ventoux gedaan, met Roelof en Marin dit voorjaar) (Wiard was natuurlijk wel als eerste boven) (Ik zie Tibo dat binnenkort ook nog wel eens doen!)”.
11. Waarom is de belangstelling voor cricket in Nederland zo beperkt? Wat kunnen we daar aan doen? “Tsja als ik dat eens wist. Als zelfs Erik van Muiswinkel het niet voor elkaar krijgt, dan weet ik het ook niet”.
12. Je hebt ooit damescricket gespeeld bij ACC. Hoe was dat? Waarom is het damescricket bij ACC weer verdwenen? “Ik vond het leuk om te cricketen, maar was er graag eerder (toen ik jonger was) actief mee begonnen, maar toen was er geen meisjesteam. Wat lastig is, is dat het zoveel tijd in beslag neemt, maar dat is natuurlijk ook het leuke. Ik denk wel dat dat de reden is dat er geen damesteam meer is. Er moet zoveel meer gebeuren in het weekend….”.
13. Probeer ACC na al je ervaringen eens te omschrijven in één mooie zin! “There will always be: cricket, beer and ACC”.
14. Wat is nog een grote droom van jou? Wat zou je privé nog graag willen bereiken of doen? “Ik heb niet zozeer een grote droom. Ik had graag bij de backing vocals van Leonard Cohen willen zingen, maar dat kan alleen nog in het hiernamaals, waar ik helaas niet in geloof. Ik hoop nog een hele tijd van dit aardse leven te genieten met mijn dierbaren in goede gezondheid. En wat ik natuurlijk wel nog graag wil meemaken is de eerste landstitel van ACC. Ik denk dat dat nog wel gebeurt, in 2027 of zo”.
15. Is er nog iets dat je kwijt wilt? “Er moet meer gecricket, gedanst en gezongen worden!. Wat ik ook nog kwijt wil is een verhaaltje dat ik recentelijk schreef, met in mijn achterhoofd dat er misschien nog eens een jubileumboek verschijnt, bij het 100-jarig bestaan van ACC ofzo. Maar voor deze gelegenheid is het eigenlijk ook wel leuk. Cricket is Verlangen (quote Jan Hein Allema). Enne… is de familie Balk niet wat oververtegenwoordigd in deze rubriek ;-) ?''
Eerder in deze serie kwamen aan het woord: 1. Wim Pielage, 2. Saqib Zulfiqar, 3. Stephan Hannema, 4. Harry de Breet, 5. Ton Balk, 6. Arthur van Leeuwen, 7. Max de Bruin Jr, 8. John van Vliet, 9. Hans Dukker, 10. Jan Balk, 11. Duco Ohm en 12. Rein Akkerman.