[door Rick Thorburn] De interviewrubriek 'Langs de boundary' gaat verder met John van Vliet, vader van Mees, talentvol U13 jeugdspeler bij ACC en de KNCB Lions. John is heel bekend op ACC. Niet meteen als groot cricketer, maar zeker als iemand die veel jaren met de Zamis en andere ACC elftalen heeft gespeeld. John is ook zeer bekend als sportverslaggever voor werkgevers als onder meer De Telegraaf, NOS, Canal+, Sport 1 en nu Ziggo Sport. In 'Langs de boundary' stel ik schriftelijk vragen aan meer of minder bekende ACC’ers. Kriskras door de vereniging heen.
De vragen aan John:
Stel je eens voor? “56 jaar inmiddels. Pfff. Geboren in Gouda. Sinds 1967 gewoond in Amstelveen, Amsterdam en nu in Naarden (Vesting!). Samen met Eva (lang en gelukkig) en Mees (‘je moet er wel effe in zetten dat ik een hele goede bowler ben’). Pomme en Roos.”
Welke dingen vond men bij jou thuis belangrijk? “Sport is er wel met de paplepel ingegoten. En cricket al helemaal. Vader Pieter deed niets anders en was (is) heel recht in de leer. Van 1 mei tot 1 september is er cricket. Ik heb heel wat strijd gehad over hockeyen na 1 mei. Nog steeds interesseert voetbal of hockey of wat dan ook hem echt niets vanaf 1 mei.”
Waar kan je ’s nachts voor uit je bed worden gehaald? “Voor heel veel dingen maar ben bang dat ik ook weer heel snel slaap. Als Sky Sport abonnee neem ik me heilig in de winter voor om ’s nachts cricket te kijken naar de echt grote wedstrijden maar het aantal keren dat ik dan ’s ochtends op de bank wakker word gemaakt door de kinderen die gaan ontbijten tijdens The Ashes bijvoorbeeld is inmiddels ontelbaar.”
/Je loopt al decennia mee in de sportverslaggeving en werkte voor onder meer de Telegraaf, NOS, Canal+ Sport 1 en Ziggo. Hoe is dit allemaal mee begonnen en welke mensen hebben daarbij een rol gespeeld? “Daar speelt cricket een grote rol in. Vader Pieter schreef in de jaren zeventig voor het Amstelveens Weekblad over de hoofdklasse. Hij is heel vroeg zelf ook even sportjournalist geweest. Ik mocht heel af en toe hem wel eens vervangen. Daar kwam vervolgens stukjes maken voor weekblad Cricket bij. Op maandag met de bus 42 naar Haarlem om bij Freek van Muiswinkel op kantoor van de Sportraad voor de Cricket te tikken. Geweldige tijd. Freek haalde een onvoorstelbare hoeveelheid Chinees eten en dan maakten we dat blad. Alle uitslagen en scores t/m de 4e klasse werden op tikmachines ingetikt. Met een man of 4/5 deden we dat. En dan kwam er dus ook nog kritiek als iemand uit een 4e elftal die er 23 had gemaakt er niet in stond. Ik vond dat echt magisch als dat blad dan op vrijdag kwam en mijn naam bij een stukje stond in de Overgangsklasse over Kon.UD 2-HCC3. Freek ben ik dus altijd dankbaar geweest.
''Verder John Wories die mij in al die jaren altijd wel van de broodnodige kritiek en steun voorzag. Jack van Gelder ook. Ik vond het destijds stiekem heel interessant dat ik als jonge sport journalist bij hem in de Zami’s kwam. Heb ik hem nooit gezegd. Bij deze dus! Later werden we collega’s bij de NOS en nu weer samen bij Ziggo Sport. We hebben het tijdens werk best vaak over die tijd en ACC.
''Maar vooral Kees Jansma die mij naar de NOS haalde en later naar Canal+. Kees is een echte vriend geworden en liefhebber van cricket trouwens. Hij sponsorde nog wel eens een bal bij ACC. Mag die eigenlijk wel weer eens doen… Er gaat geen wedstrijd voorbij van ons 1e zonder minimaal 1 appje van Kees over de wedstrijd. ‘Loopt lekker’, ‘wordt het nog wat, ‘lekkere punten’, die krijg ik toch echt wel meermalen per dag van hem als het eerste speelt.
''Na mijn diensttijd in januari 1983 direct begonnen op de redactie van het Amstelveens Nieuwsblad, van daar naar de Telegraaf Tijdschriften Groep, Studio Sport, Canal +. Dat werd vervolgens Sport1 en heet nu Ziggo Sport. Een echt goede sportzender met een gratis kanaal en zes extra als je abonnee bent. Ongelooflijk veel sport, maar inderdaad geen cricket. Ik blijf mijn best doen.
En verder ben ik sinds de Olympische Spelen van Londen mee geweest naar Sochi en Rio als de press attaché van TeamNL. Volgens jaar ook weer in PyeongChang. Dat is de absolute snoepwinkel voor mij. Vanuit mijn piepkleine rolletje maak ik daar echt topsport mee vanaf de ‘andere kant’ van het hek. Het is niet onder woorden te brengen hoe ongelooflijk hard al deze sporters trainen. De spanning waar ze mee te maken hebben en de passie waar ze dit loodzware vak mee uitvoeren is ongekend. Nederland moet echt heel trots zijn op al deze sporters.”
Wanneer ben je gaan cricketen bij ACC? Hoe lang heb je cricket gespeeld? Hoe lang ben je lid van de vereniging? “ Ik zou het jaartal echt niet weten. Hopelijk EP wel want ik wil toch wel op tijd bij de 50 Not Out horen. Ik ben ooit begonnen bij VRA als 8-jarige ofzo. Na een jaar begon Pa met jeugd bij Hippo. Daar hadden we op een gegeven moment drie jeugdteams. Onvoorstelbaar nu. Maar rond mijn 15e was het daar klaar en speelde ik wel mee in het 1e maar geen jeugd meer. Stan Fletcher heeft toen voor mij bij de KNCB voor elkaar gekregen dat ik zaterdag in de jeugd bij ACC kon spelen en zondag senioren bij Hippo. Maar na een jaar dat te hebben gedaan ben ik ACC’er geworden.
''Dus ik schat een jaar of 40 (trots) lid van deze prachtige (familie)club. Trots omdat we met zijn alleen een geweldige club zijn. Voor en jong en oud en van elke afkomst. Ik geniet als ik onze zoon Mees iedere week zie spelen met al die kinderen uit alle streken van de wereld. Ik hoor ze soms op de achterbank praten over het verschil tussen moslims en hindoes, hun school of hun crickethelden. We zijn eigenlijk een schoolvoorbeeld van geslaagde integratie. Als club maar ook heel vaak als Nederlands cricket. Die functie zouden we veel meer moeten uitdragen.”
Welke mooie herinneringen heb je aan je actieve cricket periode? Je speelde ook mee met de Zami XI welke tien jaar achter elkaar kampioen werd. Wat was je hoogtepunt? “Dat zijn er echt heel veel. Hele warme aan de Tours in de jeugd. Ik herinner me dat we ooit met een man of 50-60 van ACC in Engeland. Nu was je al snel aan zo’n aantal als de complete familie Dukker mee ging, maar toch. Twee jeugdteams en echt alle grote ACC families dus mee. De Bruin, Honsdrecht, Poulter, Diepeveen, Van Teunenbroek, noem maar op. Een optocht was het. We sliepen op een kostschool. Samen met Tonnie van Leeuwen lagen wij ergens in een gang beneden waar ook Tante Zus sliep. (iedereen was toen oom of tante als je bij ACC speelde, ik herinner me nog dat Max Sr. mij jaren later een keer zei dat ik geen ‘oom Max’ meer hoefde te zeggen, was ik toen al trots op). Tante Zus bracht ’s morgens Tonnie en mij dan thee op bed. Echt! Met een wolkje melk. Veel mooier kan een cricket herinnering toch niet zijn.
''Maar ook aan de avonden dat Stan Fletcher achter de piano kroop onder trap in het oude Pinoké clubhuis en My Way zong. Daar hebben echt cricket grootheden staan zingen. Onze oude coaches maar ook die van tegenstanders.
''De Tours met de Zami’s later. Onvergetelijk. Met een groep geweldige gasten een week lang langs fabelachtige velden en dag in dag uit ongenadig op je flikker krijgen en toch een toptijd hebben. De avonden en nachten aan de bar van George and Dragon Inn (‘Sjor en draag hem erin’, noemde Ron van Doesburg het) in Lamberhurst met Tonnie Disselkoen achter de bar omdat George er stipt om 23 uur mee ophield. Daar schrokken we van. Elf uur naar bed op Tour. Maar George legde het de eerste avond kort en krachtig uit: I don’t say I am closing, I say I stop working, after eleven at night this becomes a self-service bar.’
''Je voelt al aan deze lange uitleg dat ik sportief weinig hoogtepunten heb. Gewoon niet goed genoeg geweest. En de schuld van Hans Peter Dukker die mij ooit in de winter belde om bij de Zami’s te gaan spelen. ‘ Je kan er toch niks van, kom gewoon gezellig bij ons spelen,’. Einde carrière. Die er niet in zat. En ik ben hem nog steeds dankbaar. Onvergetelijke tijd. Stan Fletcher heeft zijn best gedaan. Ik heb 1 keer een oefenwedstrijd in het 1e meegedaan. Tegen UD. Heb ik Steven Lubbers op de 1e bal voor 6 geslagen over het hoofd op het ABN veld om de volgende bal op die plek recht in de handen van de fielder te slaan.
''Mijn echte hoogtepunt is een combi van werk en cricket. Het eerste speelde op Hemelvaartsdag ooit uit bij Kampong en ik schreef voor de Volkskrant over cricket. Ik had bij die wedstrijd afgesproken met Tom van ’t Hek die de hockeydames trainde en we zouden samen na afloop eten. Hij houdt van cricket maar zag al zijn vooroordelen over deze kleine sport bevestigd toen ik als verslaggever mee deed in de hoofdklasse. Max jr. had zijn onderarm gebroken ’s ochtends en ik was als enige ACC’er aanwezig om als sub te fungeren. In de kleren van Jan Kees Kooreneef, de keeper van Kampong, heb ik toen meegedaan als fielder. Ik hecht er dan wel aan om even te zeggen dat we verloren, ons totaal van tegen de 200 werd voor 1 gepasseerd maar ik had wel de enige vang. Op het bowlen van Jan Balk ving ik Fred Verzijl. Treurig eigenlijk dat ik dat nog weet…
''Andere hoogtepunten lagen in het 2e, maar ook niet op het veld… Daar heb ik wel ontzettend veel plezier gehad. Met grote spelers van de club die nog in het 2e gingen spelen. Dolf Oostra, Huib van der Heyde, André Wijnand die ook keeper was geweest van AFC1, en natuurlijk Tonnie Disselkoen. Was vooral ook een stapmaatje. Ik sliep soms voor de deur bij hem zodat we niet te laat bij verzamelen zouden komen. Rechtstreeks uit de stad. Of in de auto op de parkeerplaats bij ABN om ’s ochtends wakker te worden en dan links van je Michael Dukker in een andere auto te zien liggen. Tonnie is natuurlijk veel te vroeg overleden maar leefde het leven wel zeg maar. Maar allemachtig wat zou die trots zijn geweest als die nu zijn kleinzoon Senna had kunnen zien batten. ‘He, van Vliet zie je dat, dat is geen defender hoor’, ik hoor het hem zo zeggen.”
Wie was de beste tegenstander tegen wie je ooit heb gespeeld? “Uit die wedstrijd tegen Kampong herinner ik me Peter Cantrell. Die ging staan en ik geloof dat ik na de 1e over tegen Jan zei ‘die gaat niet meer uit’. ‘Klopt’, zei Jan, ‘is altijd zo’, om er vervolgens nog 15 overs op te moeten bowlen. Maar er hebben in Nederland natuurlijk geweldige cricketers gespeeld. En bij ons ook. Neem alleen al de laatste jaren met Graeme, Heino, Mangi en zelfs Faf, hoewel maar een paar wedstrijden. Dat is toch een feest om te mogen zien.
''Ik wil toch ook wel even Anton Roux noemen als coach. Hij heeft onze club echt wat gebracht. Van meedoen naar winnen en daarin geloven, zo zou ik het willen omschrijven. Zulfi Sr. heeft nu ook absoluut zijn bijdrage. Nog even los van de inbreng van zijn 4 geweldige zonen. Het 1e is echt een vlaggenschip waar de jeugd zich hopelijk aan spiegelt. En van Zulfi dus ook echt kansen krijgt. Kijk naar Shirase nu als 14-jarige. Fenomenaal toch? Ooit worden we er voor beloond. En stiekem hoop ik dan als heel trotse vader (nu al hoor trouwens) dat Mees daar dan bij mag zijn als speler. Iets bouwen in sport kost heel veel tijd. Ik zou het ook die jongens Zulfiqar zo onvoorstelbaar gunnen. Ik denk dat wij met zijn alleen niet weten hoeveel tijd en liefde die aan cricket en aan onze club besteden. Als ik alleen al zie hoe zij de jeugd trainen ook.
''Het is erg jammer dat Anton uit Nederland weg is. Volgens mij is zijn werk als bondscoach onderschat. Hij wordt zeker een nog veel grotere cricket coach en daar moeten we heel trots op zijn dat die (bijna) bij ons is begonnen. En ook daar zie je dat we een echte familie club zijn. Ik bedoel als de coach er vandoor gaat met de kleindochter van de erevoorzitter, de dochter van de oud-captain van het 1e en de broer van de wicketkeeper dan hebben we er toch echt alles aan gedaan om hem aan de club te binden….”
Je hebt vast heel veel wedstrijden gespeeld en gezien: wat is de beste cricketwedstrijd die je ooit hebt gespeeld of gezien? “Dat antwoord heb ik hierboven wel gegeven. Zeker als het mijn eigen prestaties betreft. Niet noemenswaardig. Maar ik wil hier wel Rein Akkerman noemen. Die heeft onnoemelijk veel voor de Zami’s gedaan jarenlang. En tien keer op rij kampioen. Wij waren dus het gewoon het Real Madrid of de Nadal van de Zami’s. La Decima met cricket. Dankzij Rein. Serieus. En Rein heeft er ook ooit een keer 148 gemaakt. Tegen Klein Zwitserland. Echt. Rein Akkerman 148 no. En hij heeft het er bijna nooit over. Enige nadeel is dat hij zich zelf nog altijd het beste ‘keepertje van ACC’ vindt. Daar praat hij wel heel graag over. Maar Rein heeft echt jarenlang die Zami’s overeind gehouden en daarmee heel veel bijzondere mensen aan de club verbonden. Eigenlijk vind ik dat hij daar na al die jaren best wel eens een kleine onderscheidinkje voor zou mogen hebben. Maar leg er dan wel heel goed bij uit dat het niet voor zijn wicketkeepen is…
''Guido Dukker heb ik ooit een fenomenale bloedstollende innings zien spelen bij Hermes uit in een verloren wedstrijd die de degradatie kostte. Maar dat lag niet aan hem. Dik 80 of misschien zelfs net 90. Schitterende innings in hele moeilijke omstandigheden, maar verloren en gedegradeerd. Guido was ontroostbaar. Zijn club eruit. Dat deed me toen echt wat. Als troost zijn we heel lang gebleven en waren volgens maandagochtend pas toen het licht was weer in Amsterdam.
''Maar de allerbeste herinnering is die dag in 2011 dat we letterlijk op een wijsvinger na geen landskampioen waren. Hoort een beetje bij onze club. We zijn misschien wel het Feyenoord van de hoofdklasse. We wachten en smachten naar een prijs. En blijven hopen. Vooral dat. En vergeet niet dat we ondertussen wel gewoon al 2x T20 kampioen zijn. Feyenoord won ook altijd nog wel de beker. En eens komt die ene dag. Echt! “
Probeer ACC na al je ervaringen eens te omschrijven in één mooie zin! “Dat is onmogelijk. Dat staat in die veel te veel woorden die ik hierboven al nodig heb gehad. ACC zit voor mij het best verpakt in het lied van Kees Prins van Jiskefet:’Dit is mijn Club”. Als ik dat lied hoor denk ik altijd wel effe aan ACC. Trots en dankbaar aan al die mensen die ACC (groot) hebben gemaakt. En voor de duidelijkheid daar hoor ik niet bij.”
Eerder in deze serie kwamen aan het woord Wim Pielage, Saqib Zulfiqar, Stephan Hannema, Harry de Breet,Ton Balk, Arthur van Leeuwen en Max de Bruin Jr.