[Door Max de Bruin Sr] Wij ontvingen het verdrietige bericht van het overlijden van Karel van Osch, oud Voorzitter en Erelid van de Amsterdamsche Cricket Club, op de leeftijd van 84 jaar. Met enige aarzeling kunnen wij slechts vaststellen dat, na een langdurige en lijdzame periode, een einde is gekomen aan een veel bewogen leven.
Karel kwam in 1966 naar A.C.C. om relaxed te cricketen. Relaxed, “maak je geen zorgen, het komt vanzelf in orde”. Zo was Karel ten voeten uit! Maar “het dagelijks leven” had andere regels, zo zou blijken. Reeds op jonge leeftijd bleek hij een van nature gretige sportsman te zijn, met om voorrang strijdende muzikale tegenstrevers.
Hij bezocht het beroemde Ignatius College in Amsterdam en kwam o.a. met cricket in aanraking via de schoolclub CRIC. Onder leiding van de bevlogen Pater Tonino leverde die gemeenschap vele talentvolle cricketers af, waarvan velen in latere jaren de weg naar A.C.C. vonden. Ik denk aan Herman Schoordijk , Hans Klinkhamer, Joep Hesseling, Jan Fontijn en waarschijnlijk vergeet ik er nog een paar. Ja, dus ook Karel van Osch.
Daarnaast moest Karel na de schoolopleiding toch een volgende richting zoeken, en dat werd Muziek aan het Conservatorium. Hij bleek een talentvolle pianist te zijn. Maar via vele verleidelijke optredens in de avonduren in de Amsterdamse binnenstad, vertrok hij met een beroepsband naar verre streken. Een paar jaar Spanje en een paar jaar Scandinavië waren leuk, maar uiteindelijk was het toch de zakenman in hem die hem het bedrijfsleven in trok. OLIVETTI was het merk dat hem glorie zou brengen.
Nog voor zijn 30e kwam dus ook cricket terug in zijn leven en meldde hij zich aan bij A.C.C. Het werd A.C.C. 3, want ze kenden hem niet, waarin hij samen met de retirerende Wim v/d Hurk (inmiddels 92!) een dodelijke bowling attack vormde. Al ras bleek hij ook hier veel meer in zijn mars te hebben dan een swingende bal op lager niveau. Hij zou vervolgens van 1968 t/m 1986 voor A.C.C. 1 uitkomen. Hij werd aanvoerder van ons vlaggenschip en op zijn 33e zelfs gekozen voor het Nederlands XI, waarvoor hij 3 keer uitkwam.
Voor A.C.C. 1 komt hij met 352 wickets als 7e voor op de eeuwige ranglijst van wicket-takers. Als voorbeeld: in 1973 – 46 wickets; in 1978 – 49 wickets, hetgeen zeker in die tijd veel was voor een seizoen. Tot zover Karel als speler, voorafgaand aan zijn bestuurlijke periode, die bepalend zou zijn voor het voortbestaan van A.C.C. Hij maakte 6 jaar deel uit van het A.C.C. bestuur, waarvan 4 jaar als Voorzitter. In 2016 trad hij toe tot het illustere gezelschap “50 not out”, bestaande uit leden die 50 of meer jaren lid zijn van de club.
Perikelen rond de verovering van kunstgras in de hockeywereld dreven de cricket activiteiten van ons naar de achterste velden in het Bos. Het leidde tot grootse plannen om aldaar een eigen clubhuis te bouwen. God-zij-dank, had zijn beslissing om zich aan OLIVETTI te verbinden, zich zeer voorspoedig ontwikkeld en vloeide dit geheel zich geruisloos samen met het plan een eigen clubhuis van de grond te krijgen. Hij wist inmiddels waar de sponsorsleutel lag en was gekwalificeerd om deze naar bevinden te beroeren! “Wat heb je nodig…..?, bel even met …..” dat liep soepel, en op het dak van het clubhuis kwam in grote letters te staan: OLIVETTI, zodat elke overvliegende manager grinnikend kon vaststellen, hier ook al vertegenwoordigd te zijn! Inmiddels stencilde de club nog steeds het trouwe clubblad De Pitch! Binnen de club waren waarschijnlijk zijn dikste speelmaatjes Tonny Disselkoen en Stan Fletcher.
Maar er was nog veel meer dan alleen cricket op sportgebied. Karel was een FAIR PLAY sportman, die ook als fervent zeiler een crew als ‘people’ manager kon bespelen. Maar hij ging weer voetballen bij AFC (Zaterdag 1) en later in de Klassieke Veteranen (zie website AFC voor de In Memoriam).
Hij speelde golf als het maar even kon en in de grote OLIVETTI periode werden de gewaardeerde ‘hospitality’ tenten van de sponsor bestormd door alle oude bekende
vrienden uit de sportwereld.
Hij genoot zelf van zijn deelname aan de activiteiten van de Orange Old Stars, een gezelschap van spelers die voor Oranje uitkwamen in alle disciplines.
Zijn persoonlijk leven was wellicht turbulent te noemen, maar met zijn eeuwige ontwapenende, goedmoedige glimlach en zijn devies “maak je geen zorgen, het komt goed” wist hij het balanceren in dit leven tot kunst te verheffen.
Helaas vormde zich aan het eind van zijn leven een moeizame periode.
Ik nam het reeds waar, toen ik jaren geleden met hem op de Noordwijkse in een flight van de ASGS mocht golfen. Aan het eind van de 1e hole vroeg hij mij op timide wijze of ik alsjeblieft zijn score-card wilde invullen….. Met liefde en respect voldeed ik, en dacht het mijne….. ‘Old soldiers never die, they just fade away….’.
Met diep respect voor zijn ‘sportsmanship’, daadkracht en vriendschap neem ik afscheid van onze makker Karel van Osch, een man op wie wij konden bouwen.
Max de Bruin Sr.
Ere-voorzitter A.C.C.