[anonieme inzending] - Al jaren droom ik ervan een groot wicketkeeper te worden, dus toen er zich stageplekken aandienden bij ACC2 was dit dé kans: samenspelen met Mijn Held Stephan Hannema! Samen met mijn vriendje Navin van ACC4 stond ik zondag dus al vroeg op de club. Tot mijn grote teleurstelling bleek dat Mijn Held Stephan Hannema, bij wie ik de eerste grijze haren ontdekte -- misschien zijn die gekomen omdat ik laatst met mijn vriendjes ondeugend was bij het clubhuis [hier weten wij niets van, maar misschien zijn er beelden te vinden in het video-archief van de KNCB, red.] --- Stephan Hannema dus, bleek helaas zelf niet mee te gaan. Wat een domper! Gelukkig werd ons nog een lekker stuk taart toegestopt [jaja, red.] door mijnheer Ernst-Pieter, die blijkbaar al 60 (ZÉSTIG) jaar lang teammanager van ACC 1 is!
Daarna mochten we met de grote meneren met drie auto’s naar Den Haag. Ook zonder Mijn Held Stephan Hannema zou het vast leuk worden, al vond ik het wel spannend zonder hem [begrijpelijk, red.]. Zelf mocht ik in de auto zitten bij meneer Beau, meester Wim, die verrassend genoeg ook stage liep [meester Wim? Jaja, red.], en meneer Brendan. Wat een geweldig gevoel! Meester Wim bleek al gauw een ingeboren TomTom te zijn, waar meneer Beau het knopje ‘uit’ de hele weg niet kon vinden...[vreemd, want meneer Beau weet de knopjes meestal prima te vinden, red.]
In Den Haag aangekomen kregen we van een vriendelijke meneer Ab een kopje koffie, waarna we een zware warming up deden, en meneer Rehan ons vertelde hoe we onze knieën moesten heffen en allerlei andere oefeningetjes moesten doen [jaja, red.]. Vreemd genoeg moest meester Wim steeds iets regelen tijdens de warming up. Zou hij soms te veel limonade hebben gedronken en veel naar de WC moeten? [Zou kunnen, maar het zou ook iets heel anders geweest kunnen zijn, red.] Toen ging meneer Rehan muntjes gooien om te kunnen besluiten dat we eerst gingen batten. Stiekem hoopte ik dat ik van meneer Rehan mocht openen, maar uiteindelijk bleek dat meneer Rehan vond dat ik niet te hard van stapel moest lopen. [Heel verstandig van Rehan, red.]. Meneer Rehan zette mij dus nummer 10, vlak voor meester Wim.
Als openers had meneer Rehan voor meneer Ajit en meneer Brendan gekozen, die een flink aantal rake klappen uitdeelden voordat meneer Brendan de lucht in sloeg en gevangen werd. Zo jammer! Gelukkig kwam toen meneer Chris het veld op, die net als meneer Brendan goed de bal wegmepte. Na 10 overs vroeg meneer Rehan me om te umpen. Nu had mijn teamgenootje Dick Broggel mij al vroeg en hardhandig [jaja, red.]) geleerd dat iedere cricketer kan scoren èn umpen, dus die klus kon ik aan. Als umpire kon ik trots no-ball geven, al duurde het even voordat meester Wim, de 2e umpire, het zag en jammer genoeg zag de dame die al 40 jaar stage loopt als scoorder van Quick [als scoorder? Jaja, red] het ook niet. Al snel ging ook meneer Ajit uit, al had hij een mooie score van 34 runs. Toen mocht mijn vriendje Navin in, om samen met meneer Chris de score verder uit te bouwen. Wat was ik trots op hem! Als square leg umpire kon ik prachtig zien dat Navin heel zenuwachtig was, en daarom maar heel zachtjes callde of soms niet durfde te lopen [heel begrijpelijk, onder die omstandigheden, red]. Meneer Chris zei toen een paar heel lelijke dingen en sloeg pardoes de bal de lucht in zodat hij zelf ook gevangen werd voor 37.
Onder grote belangstelling van enkele andere kandidaat-stagiares werd de eerste knuffelstage van onze anonieme auteur te Den Haag op kunstgras afgewerkt.
Toen meneer Chris wegging kwam meneer Rehan het veld op, en ging orde op zaken stellen. Eerst ging mijn vriendje Navin nog uit omdat hij zijn been tegen de bal aan kreeg. Heel jammer hoor, maar toch maar mooi 31 runs op zijn debuut! Samen met meneer Rehan kwam toen meneer Quincy, waarvan het me in de kleedkamer en langs de kant was opgevallen dat hij veel verhalen te vertellen had [jaja, red]. Ook liet hij een paar luide windjes in de kleedkamer, misschien was dat door de havermout die hij maar bleef eten? [Zou kunnen, maar misschien kwam het wel heel ergens anders door, red.]
Meneer Quincy en meneer Rehan wonden er geen doekjes om [neenee, red.] en sloegen er lustig op los. Op het kunstgrasveld van Quick ging natuurlijk veel voor 4 wat door de eerste cirkel heenkwam. Meneer Jan, die geen stageplaats maar een oproepcontract had, maakte me er nog op attent dat dit kunstgrasveld ideaal is om een touw te hebben omdat het altijd kan blijven liggen. Maar alsof het niets was sloegen ze ook zomaar zesjes, met meneer Quincy als absolute koning van de schepbal! [Schepbal? De redactie is heel benieuwd wat dat is, maar dat horen we dan nog wel eens van u, red.] Nadat meneer Quincy voor 72 uitgevangen werd, en meneer Beau bij zijn delivery de bal weer terugstuurde richting Madurodam, haalde hij en meneer Rehan (55 niet uit!) het einde van 40 overs, en was de eindstand 275 /5.
Na de lunch mochten wij gaan fielden. Van meneer Rehan mocht ik gaan keepen, omdat mijn held Stephan Hannema er vandoor was gegaan [begrijpelijk, red.]. In het begin was ik heel zenuwachtig, omdat de batters van Quick er heel groot en eng uitzagen, maar ook omdat meester Wim niet in zijn allerbeste doen was en veel ballen aan de verkeerde kant van de batsman gooide [zo heeft ieder zijn voorkeur, en daar is niks mis mee, red.]. Gelukkig kon ik ze tegenhouden voordat ze nog meer schade deden. Nadat meneer Wim een paar lelijke woorden had gesproken over de bal, besloot meneer Rehan dat meester Wim tegen zichzelf moest worden beschermd en vroeg hij meneer Jan het bowlen over te nemen [heel verstandig van Rehan, red.]. Meneer Gavin, die al van het begin hele mooie ballen gooide, bowlde uiteindelijk zo’n moeilijk bal dat de batsman hem alleen schampte en ik hem kon vangen. Een caught-behind in ACC2! Wat zou Mijn held Stephan Hannema hier wel niet van vinden? En het werd nog mooier. Meneer Jan gooide steeds de bal op het spotje, waardoor de tweede batsman zich geen raad wist en de bal ook al schampte. En weet je wie daar achter stond? En weet je wie die bal ving? In mijn dromen ging ik al op de schouders van Mijn Held Stephan Hannema het veld af!
Goed, ik loop op de zaken vooruit, er was nog wat werk aan de winkel. Werk dat enigszins verwarrend werd toen de mevrouw die stage liep het scorebord niet onder de duim kon houden, maar goed, meneer Rehan kan gelukkig zelf goed tellen. Meneer Gavin bleef intussen gave ballen gooien, waardoor meneer Quincy en mijn vriendje Navin hoge ballen bij de lijn recht vooruit konden vangen. Toen meneer Gavin niet verder mocht had hij dus drie wickets!
Na meneer Gavin mochten meneer Beau en meneer Quincy het proberen. Beide meneren gooien zo hard! [Ja dat is altijd even wennen, red.] Meneer Quincy gooide zo hard dat hij na anderhalve over zichzelf al in de vernieling had gegooid en meneer Brendan de over mocht afgooien. Meneer Beau had zichzelf beter in bedwang, en werd zelfs beloond met twee wickets omdat meneer Beau ballen gooide waar hij zelf iets heel lelijks van zei, maar die toch door meneer Brendan als magisch in de hoek bij de koeien uit de lucht werden gegrepen [ja, op zeker moment ga je heel rare dingen zien, dat is normaal onder zulke omstandigheden, red.]. Wat een held die meneer Brendan! Aan het einde mocht mijn vriendje Navin samen met meneer Rehan bowlen. Ze gooiden allebei ongelofelijk zacht, maar tóch ingewikkeld. Gelukkig was het niet te ingewikkeld voor mij, maar wel voor de batsmannen, die één voor één zich verkeken, en de bal het veld in lepelden, of hun been niet op tijd wegkregen. Omdat ik niet hard genoeg appelleerde als keeper-in-opleiding (KIO) kreeg ik van meneer Rehan nog een standje [heel verstandig van Rehan, red.]. Gelukkig bleven de batsmannen de ongelofelijk zachte ballen maar niet zien, zodat ze na 35 overs allemaal uit waren. Ons team had Quick verslagen!
Die aardige mannen uit Den Haag dronken daarna nog een paar lekkere flesjes limonade met ons [jaja, red.] en vooral meester Wim had plotseling weer veel oude koeien in de sloot teruggevonden [ook dat is heel normaal onder zulke omstandigheden, red.]. Toen we daarna op het ACC clubhuis terugkwamen bleek er nog een hele groep van mijn vriendjes limonade staan te drinken, en waren zelfs Mijn Held Stephan Hannema en Zijn Moeder, die naar ik begreep tot Erelid van ACC was benoemd. [De redactie is heel benieuwd wat MH Stephan Hannema en Zijn Moeder nu precies waren, maar dat horen we dan nog wel, red.]
Maar langzaam vielen mijn oogjes dicht en fietste ik snel naar huis [dat is buitengewoon knap, met die oogjes toe, complimenten! red.], waar ik droomde van een carrière in ACC2 met Mijn Held Stephan Hannema.....
Uiteraard beschermen wij onze bronnen en auteurs zorgvuldig, vooral als zij anoniem willen blijven, maar tegelijkertijd beschikt de redactie weer over andere bronnen die de identiteit van vage auteurs juist graag willen onthullen. Wij gaan met opperste zorgvuldigheid met dit journalistieke dilemma om en menen ook deze keer weer een goed evenwicht te hebben gevonden tussen deze verschillende belangen. (Foto: anoniem).