[door Roelof Balk] Onze Bas van der Heyde weet naar eigen zeggen “niet meer wat verliezen is”. Nou, wij weten het weer hoor. Afgelopen zondag, zonder Bas, met overmacht verslagen door de reserves van Rood en Wit. Dat doet dan toch pijn.
Na een gewonnen toss, (dat dan weer wel) kwamen wij aan bat meteen al in de problemen. Achteraf begrijp ik nog steeds niet hoe en waarom ik die eigenlijk eenvoudige langzamere bal recht in de handen van de bowler terug lepelde. Heb je zogenaamd jarenlange ervaring en noem het maar op, sta je toch gewoon weer voor nul aan de kant na anderhalve over paaltje verdedigen. Niet eens aan batten toegekomen. Kan iemand mij nou eindelijk eens een keer uitleggen waarom zoiets gebeurt?
Dit voortijdige vertrek van uw scribent was helaas het startsein voor een voortdurende waterval der wickets, met eigenlijk alleen opener Irfan Alim als standvastige uitzondering en baken van rust. Hij zou uiteindelijk zijn bat bijna door de innings dragen met 57 kapitale runs. Alleen broeder Arsalan kon hem een tijdje lang steunen met 17 runs. Mooi om te zien hoor, die hechte broederschap op de mat.
Verder liet Berend Edelenbos ook nog wat van zich spreken in die laatste paar overs met enkele rake klappen en snelle runs. Maar de slechts 115 all out die dit alles opleverde in een schamele 37 overs (waarom batten we die paar overtjes niet gewoon uit?), dat is natuurlijk te mager. Zeker als je rekent dat het inclusief zo’n 22 extra’s was en nog 5 gemiste vangen ook. Zelfs de lange, contemplatieve wandeling door de verborgen botanische tuinen van Haarlem, op zoek naar het zorgvuldig verborgen “nieuwe” clubhuis van Rood en Wit, brachten ons niet het verlossende antwoord op die eeuwige cricketvraag na een zwakke innings: waarom dan toch?
Die vraag zullen Heino Kuhn en consorten zich die dag ook gesteld hebben aan de andere kant van de Noordzee. Wij zagen onze oud-coach en superster tijdens onze lunch op kamerbreed scherm zijn tweede innings beginnen in zijn testdebuut – normaal toch een heugelijke gebeurtenis. Zijn eerste innings was al niks (1 run), de tweede (9) pakte zelfs collectief desastreus uit voor South Africa: 119 all out waren ze en dik verslagen door de Brexits. Waarom dan toch, dat zoiets gebeurt?
Natuurlijk praat je jezelf dan moed in, want waarom ook niet? Als zij ons voor 115 uit kunnen gooien dan kunnen wij dat ook natuurlijk, maar dan omgekeerd, wij zijn tenslotte eigenlijk veel beter en we hebben Rehan! En waarachtig, met twee snelle wickets nog vóórdat Rehan zelf aan bowlen toekomt en met een geweldig bowlende Jan Balk, superfit, niet weg te krijgen en met dodelijke precisie, koesteren wij nog hoop. Maar 24 wides en 5 noballs aan de andere zijde op een totaal van 115, dat is misschien toch een heel klein beetje te veel van het goede. Waarom gebeurt dat dan toch, vraag je je af? Hoe breed is die strook nou eigenlijk? Zo viel het derde wicket pas na 20 overs, toen de teller al op 112 stond. Ja, dan kan je nog wel leuk twee mooie vangetjes pakken, maar dat is puur voor de bühne, mosterd na de maaltijd en een pleister op de wonde. Een snelle korte wijde van Rehan langs de verbijsterde keeper Stephan maakte een eind aan onze lijdensweg, op deze hete dag in Haarlem.
Och, waarom dan toch lukt het niet op zo’n dag. Enig lichtpuntje wellicht was nog dat Ajit weer durfde bowlen, en na een nervous overtje zowaar weer enig ritme leek te vinden. Ik voorspel u: dat gaat nog heel belangrijk worden in de tweede helft van dit seizoen. Want volgende week gaat ACC 2 echt niet nog een keer zo verliezen!
ACC 2: 115 all out, Irfan Alim 57
Rood en Wit 2: 116 voor 4, Jan Balk 0 v 12 in 6, Rehan Younis 2 v 34 in 6, Arghem Khan 2 v 20 in 4.
Foto: Irfan Alim scoort 57 kapitale runs inclusief het langste partnership ooit met broeder Arsalan.